Jan, wees maar zeker “Het deeg blijft rijzen!”

Op zaterdag 20 november 2021, op 82 jarige leeftijd overleed Jan Peers. Gekend als Professor Peers, de vader van Gasthuisberg, die jarenlang talrijke belangrijke posities bekleedde in de gezondheidszorg. Ik leerde hem kennen als dé professor die binnen kwam in het auditorium en waardoor het muisstil werd. Hij maakte indruk nog voor hij iets verteld had … en vertellen dat kon hij.

Jaren later werd ik door Jan aangesproken in Oud-Turnhout, op de nieuwjaarsreceptie van het Wit-Gele Kruis Vlaanderen, ik herinner me het nog alsof het gisteren was. Jan zei me “Wij gaan hier straks samen iets eten want ik moet je spreken. Je zou voor mij in de komende weken eens een paar dingen moeten doen en uitzoeken .” Waarop ik antwoordde “Ja maar professor … ik ben niet ingeschreven voor het diner en zal dat ook even met mijn bazen moeten bespreken of dat lukt.” “Niet mee inzitten, je zet je naast mij aan tafel en betreffende uw bazen, ik heb het hun al gezegd en het is oké.” … en zo gebeurde het ook …

De jaren die erop volgden had ik het genoegen om vaak met Jan op te trekken. Het was een privilege. Samen zetten we Zorgnet Brussel, nu Huis voor Gezondheid, op de kaart. Ik mocht mee naar kabinetten, mocht dossiers voor hem voorbereiden. Jan zorgde ervoor dat we de European Pathway Association konden opstarten. Hij zette als eerste zijn handtekening, wij volgden. We haalden dankzij Jan onze belangrijke grants rond zorgpaden binnen, waardoor meerdere high-potentials konden doctoreren. Vandaag de dag zijn er nog steeds doctoraten en internationale projecten gaande die hierop verder bouwen. Hij introduceerde mij en vele collega’s op het juiste moment bij de juiste persoon. Dat was één van zijn talrijke talenten.

Een ander talent was je doen nadenken … dat ging altijd op dezelfde wijze, meestal eerst via telefoon “Dag Kris, ‘t is Jan hier, stoor ik? Ge moet eens nadenken over …” En als Jan zei “Ge moet eens nadenken”, dan bedoelde hij: Zoek eens een paar dingen op, kom dan naar mij thuis, en we bespreken dat samen. Als ik dan in het begin vroeg “En tegen wanneer heb je dat nodig Jan?” … was het antwoord “Awel ik ben daar nu mee bezig, maar het is niet dringend hoor.” De dag nadien dronken we dan koffie, geserveerd door zijn lieve echtgenote, de immer charmante Mia, aan de ronde of vierkante tafel bij hem in de woonkamer met zicht op de tuin of in de keuken, of soms ook in zijn ronde kantoor, maar dat gebeurde niet zo vaak … en altijd kreeg ik nog wel wat uitleg over de historiek van de gezondheidszorg of vertelde hij me iets over één of ander kunstwerk uit zijn eigen collectie. Ik verliet huize Peers altijd met veel positieve energie … met een zoen van Mia en dan toch nog tien minuten buiten napraten, met zicht op Herent tot in Mechelen. Dan kwam er altijd nog wel een anekdote over de kleinkinderen, over Koen zijn voetbal of had Kristine gebeld uit New York en was Mia onderweg naar ergens iets voor de kleinkinderen. Dan vroeg hij hoe het ging met Skrallan haar praktijk en moest ik de groeten doen aan Manon en Toon. Zijn ogen straalden!

Later werd Jan ziek, het ging steeds moeilijker, Jan was snel moe maar de fierheid bleef én het geheugen was er zeker nog. Ik bleef aan Jan de dingen vertellen waar ik mee bezig was, ik stelde hem de vragen die ik kreeg van mijn assistenten … en hij stelde dan vragen terug en reflecteerde of meestal vertelde hij een verhaal over hoe hij soortgelijke uitdaging ooit was aangegaan … en dit altijd op een wijze zoals enkel een topmentor dat kan. Hij was fier over wat hij bereikt had, fier op zijn medewerkers, van de grootste prof tot zijn warme relatie met de bewaker, hij was niet rancuneus over wat er gebeurd was, vertellen deed hij met respect voor de mening van de betrokkenen, altijd waren er weer nieuwe opportuniteiten in zicht, altijd weer mooie uitdagingen … “Denk maar eens na over …”.

Zo was ik begin 2018 bezig met mijn Mangomoment boek en op donderdag 8 februari in de late namiddag, had ik hier een gesprek over met Jan. Ik weet het nog exact, want ik vroeg Jan of ik ons gesprek mocht opnemen en heb dat geluidsfragment gelukkig heel goed bewaard. Ik heb er vandaag nog eens naar geluisterd … Op basis van dat gesprek schreef ik de Mangomoment reflectie “Blijft het deeg rijzen?”. Samen met Jan sleutelde ik de weken nadien aan de punten en komma’s, het moest niet gewoon goed zijn, het moest écht goed zijn, want “Dit is hoe ik echt denk over de zorg“, zei Jan.

Ik bewaar mooie, zeer mooie herinneringen aan Jan. De Covid pandemie zorgde er mee voor dat we elkaar de afgelopen tijd niet meer gezien hebben, maar Jan was nog wel vaak in mijn gedachten, zeker op de momenten dat ik weer een moeilijke vraag van iemand kreeg of een dilemma had en niet goed wist welke keuze ik zou maken … of telkens als ik naar “Stukken van mensen” keek … dan dacht ik “Wat zou Jan nu denken?” … dat gaan we gewoon blijven doen … nog weken, nog maanden, nog jaren … Dank Jan, het was een privilege !

Hieronder de reflectie van Jan uit het Boek Mangomoment, met een klein gebaar naar warmere zorg.”

Blijft het deeg rijzen?

Jan Peers, emeritus buitengewoon hoogleraar gezondheidszorgmanagement, KU Leuven, en jarenlang adviseur van verschillende ministers van Sociale zaken en Volksgezondheid.

Mangomomenten kunnen zeker ontstaan. Maar ze vereisen een bevorderende context. Gezondheid is ook het resultaat van heel veel factoren, van een complex systeem, dat daardoor niet eenvoudig is om te wijzigen. Eeuwenlang was zorg beperkt tot het verzorgen van de zieke en zwakke medemens. Dat kwam door de toenmalige beperktheid van de medische wetenschap. Er was niet veel technische kennis, maar wel veel caritas, veel zorg. Na de wereldoorlogen was gezondheidszorg een eerdere technische wereld, met de introductie van nieuwe middelen en technieken. In de afgelopen decennia werden onze topmedewerkers ook vooral geselecteerd op hun technische en innovatieve vaardigheden. Vandaag de dag wordt terug steeds meer aandacht gevraagd voor de combinatie tussen de wetenschappelijke en technische vaardigheden én het zorgaspect.

Gezien de effecten van zowel sociale als economische factoren op de algemene gezondheid, blijft het een uitdaging om dit alles als één globaal systeem te benaderen. Keuzes maken door wie dan ook binnen een organisatie, het beleid of de politiek is cruciaal, zeker op topniveau. Binnen de gezondheidszorg betekent het dat deze keuzes ervoor moeten zorgen dat alle mensen de kans moeten blijven krijgen om hun job zo professioneel mogelijk uit te voeren. Daarnaast moet er gewaakt worden dat, door onderlinge samenwerking tussen zorgprofessionals alsook tussen organisaties, de kennis en bekwaamheden optimaal ingezet worden om de gezondheid van de brede bevolking maximaal te bevorderen.

We moeten er zorg voor dragen dat we blijvende aandacht hebben voor zowel de harde als de zachte kant van de zorg. Met de extra aandacht voor Mangomomenten mag trouwens ook geen ommezwaai komen naar te veel aandacht voor de zachte kant, waardoor er minder aandacht of energie is voor uitstekende techniek of innovatie. Deze twee aspecten dienen in een gezond evenwicht gehouden te worden. Het komt erop neer dat mensen in hun professionele activiteit voldoening blijven vinden door op de beste manier vanuit hun specifieke rol een nuttige bijdrage te leveren.  

Maar optimale afstemming en samenwerking vraagt respect voor elkaar, vanuit alle beroepsgroepen alsook tussen de werkvloer en het bestuur. Ik vrees niet dat dit respect zal verminderen maar het deeg moet correct gekneed worden en mooi rijzen. En deeg laten rijzen dat gebeurt niet door het zomaar te blijven kneden, maar door enerzijds de juiste ingrediënten bij elkaar te voegen en dan het correct te bewerken. Dit moet gebeuren in de juiste omgeving alsook dient het deeg de tijd te krijgen om te rusten. Dit geldt ook zo bij organisatieontwikkeling. Er is ook nog nooit een mooi gebak ontstaan door meel gewoon naast melk, boter of gist te leggen, daar moet mee gewerkt worden in een goede omgeving. Nietsdoen met kwalitatieve ingrediënten geeft maar één resultaat, het zorgt er enkel voor dat die ingrediënten ieder op zich minder waard worden.

Een organisatie, in de gezondheidszorg of daarbuiten, zal pas goede kwaliteit blijven leveren als het haar bevlogen medewerkers kan houden. Het grootste effect van het Mangomoment is misschien wel dat het de medewerkers de energie geeft om het deeg te blijven kneden en te vormen tot wat de klant besteld heeft. Als je deze kleine positieve Mangomomenten niet meer meemaakt, dan rijst het deeg niet, of nog erger, gebeurt er misschien iets waardoor het deeg na een tijdje terug inzakt. Dat zie je ook in de zorg, men maakt bijvoorbeeld een fout, of er is een onbedoeld patiëntveiligheidsincident, net dan is het belangrijk dat de organisatie en maatschappij de mensen blijft ondersteunen en het team bij elkaar kan houden. Als dat de leidinggevenden lukt in moeilijke tijden, dan krijg je personeel dat de psychologische veiligheid heeft om net dat ietsje meer voor de patiënt te willen doen, maar ook in het voordeel de patiënt op een positieve manier buiten de lijntjes durft te kleuren. Het gaat niet alleen om willen maar ook om durven en daarvoor is wederzijds vertrouwen nodig in goede en zeker in slechte tijden.

Wil en durf zijn niet alleen nodig voor de verdere uitbouw en groei van de gezondheidszorg, maar zijn noodzakelijk in elke organisatie, in elke samenleving en in elk gezin. Mangomomenten kunnen helpen om de context te creëren zodat we deze complexe uitdaging blijven aangaan.

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Twitter picture

You are commenting using your Twitter account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s